Handhoudingen Boeddha beelden
De Indische/ Thaise Boeddha's hebben vaak een bepaalde mudra ofwel symbolische handhouding. Er zijn meer dan 100 verschillende mudra's maar de meest voorkomende mudra's staan hieronder beschreven.
Vitarka mudra
De Vitarka mudra wordt ook wel het discussierende gebaar genoemd. Hierbij is de rechterhand opgeheven, de handpalm naar buiten gekeerd en de duim en wijsvinger zijn naar elkaar toe gebogen. De vingers vormen een cirkel gebaar van het rad van de leer. Dit is de houding van redenering, onderwijzen en discussie. Dit is een gebaar dat ervoor gezorgd heeft dat Boeddha als leraar gekarakteriseerd werd. Hij gebruikte deze handstand om tijdens zijn leerredes en discussies zijn woorden in kracht bij te zetten.
Namaskara mudra
De Namaskara mudra wordt ook wel het gebaar van groet, gebed en verering genoemd. Hierbij zitten beide handen op borsthoogte met de handpalmen tegen elkaar met de vingers naar boven wijzend. Vaak wordt hierbij een lichte buiging gemaakt. Bij dit gebaar wordt vaak 'namasté' gezegd wat betekend 'ik groet u'. Dit gebaar zie je vooral bij monnik beelden en tempanons maar minder vaak bij Boeddha's. Wel zie je vaak bij Boeddha's een gedeeltelijke Namaskara mudra met een hand.
Karana mudra
De Karana mudra wordt ook wel het afwerende gebaar genoemd. Hierbij wijzen de wijsvinger en pink recht omhooog terwijl de andere vingers omlaag gevouwen zijn. Het gebaar symbolyseert hiermee het afweren van kwaad en negatieve energie. Deze mudra kan zowel staand als zittend worden afgebeeld en kan ook gecombineerd met andere mudras voorkomen.
Dharmachakra mudra
De Dharmachakra mudra wordt ook wel het gebaar van de prediker genoemd. Hierbij zitten de handen op de hoogte van de borst en zijn de wijsvingers en duimtoppen van iedere hand tegen elkaar gedrukt. De vingers aan beide handen vormen nu een kleine cirkel. Vervolgens raakt de middelvinger van de linkerhand de plaats waar de duim en wijsvinger van de rechterhand elkaar raken. Deze houding symboliseert het moment waarop Boeddha zijn rede(s) hielt en zijn leer uiteenzette. De leer van Boeddha word ook wel 'het rad van de leer' genoemd. Het rad van de leer, of ookwel Darmawiel, heeft acht spaken die staan voor het achtvoudige pad naar verlichting in het Boeddhisme. Eenieder die deze leer wil leren moet zelf op pad gaan en de waarheid ontdekken. De kern van de leer is dit achtvoudige pad en de vier edele waarheden. Deze houding verwijst dus naar het moment dat het Boeddhisme is begonnen. Deze houding zie je bij Gautama Boeddha op het moment van de eerste prediking (Sakyamuni) en bij de hemelse Boeddha (Vairochana) van het Centrum van het heelal.
Bhumisparsha mudra
De Bhumisparsha mudra wordt ook wel het gebaar van de verichting genoemd. Deze Boeddha bhumisparsha wordt altijd zittend afgebeeld. Hierbij ligt de rechterhand omlaag op de knie met de handpalm naar binnen en de vingers wijzend naar de aarde. De linker hand rust in zijn schoot met de handpalm naar boven gekeerd. Deze houding symboliseert de aanraking van de aarde. Toen Gautama bijna de verlichting bereikt had, probeerde kwade machten hem van deze verlichting af te houden. Boeddha raakte tijdens dit moment met zijn rechterhand de aarde aan om deze als getuige op te roepen voor de waarheid van zijn woorden. Deze houding verwijst dus naar het moment dat Gautama de verlichting bereikte en daarbij de aarde als getuige aanriep. Ook zie je deze houding bij de hemelse Boeddha van het Oosten (Akshobhaya).
Dhyana mudra
De Dhyana mudra wordt ook wel het meditatie gebaar genoemd. Hierbij liggen beide handen in elkaar gevouwen in de schoot, rechterhand bovenop. Soms raken de duimen elkaar, waardoor een driehoek ontstaat. Boeddha symboliseert hiermee het gebaar van evenwicht, innerlijke meditatie en rust. Een mediterende Boeddha staat voor meer bewustwording waarbij de gehele materiële wereld om ons heen niet meer telt. Soms houdt Boeddha een klein kruikje met nektar in zijn handen. Dit is een godendrank (Amrita). Ook kan hij een bedelnap (aalmoes kom) vasthouden. Deze houding zie je bij de hemelse Boeddha van het Westen (Amitabha) en bij de donderdag Boeddha.
Varada mudra
De Varada mudra wordt ook wel het gebaar van de gunstverlening genoemd. Hierbij ligt de rechterhand omlaag met de vingers naar beneden, de handpalm is hierbij naar buiten gekeerd. Dit is de handhouding van zegening en vrijgevigheid. Het gebaar van de geopende hand is het symbool van 'het geschenk der waarheid' dat Boeddha de hele wereld aanbood. Deze mudra kan ook gecombineerd met andere mudras voorkomen. Deze houding zie je bij de hemelse Boeddha van het Zuiden (Ratnasambhava).
Abhaya mudra
De Abhaya mudra wordt ook wel het geruststellende gebaar genoemd. Hierbij is de rechterhand opgeheven tot borsthoogte en heeft deze handpalm naar buiten gekeerd. De linkerhand hangt naar beneden op de heupen. Deze houding kan zowel staand als zittend worden afgebeeld. Dit is de houding van zegening, geruststelling en vrede. Deze Boeddha zal het kwade en slechte bij je weghouden. Deze houding verwijst naar de fase uit het leven van de Boeddha direct na de verlichting. Deze houding zie je bij de hemelse Boeddha van het Noorden (Amoghasiddhi) en bij de maandag Boeddha
Asana's
Naast deze verschillende mudra's zijn er ook nog verschillende houdingen voor de benen, ofwel asana's. In de meeste gevallen zit Boeddha in de zogenaamde lotuszit, padmasana genoemd. Hierbij zit hij met gekruiste benen en rust elke voet op de dij van het andere been.
Daarnaast zit of staat hij vaak afgebeeld op een enkele of dubbele rij (vashvapadmasana) lotusbladeren. En ook deze Boeddha kan atributen met een symbolische betekenis bij zich dragen.
Naast Gautama Boeddha zijn er nog vele andere Boeddha's zoals de vijf dhyani Boeddha's (Vairocana, Akshobhya, Ratnasambhava, Amithaba en Amogasiddhi), de toekomst Boeddha Maitreya, de medicijn Boeddha Bhaisajyaguru en bodhisattva's zoals de witte en groene Tara.